Het aantal mensen tussen de 18 en 65 jaar zonder vaste woon- of verblijfplaats is toegenomen van 17.800 in 2009 naar 39.300 in 2018. Het aantal daklozen tussen 18 en 30 jaar is in diezelfde periode zelfs verdrievoudigd. En dan is het nog de vraag of zelfs deze cijfers niet te rooskleurig zijn omdat thuislozen – daklozen die permanent in de opvang wonen – niet zijn meegeteld.
Centrum- en regiogemeenten
Nederlandse gemeenten hebben op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) de opdracht opvang te verschaffen aan wie hierin zelf niet kan voorzien. Hiervoor krijgen 43 centrumgemeenten geld van het Rijk. De hoogte van het bedrag is gebaseerd op de opvang van de problematiek in de gemeenten in het centrumgemeentegebied. De landelijke toegang tot de maatschappelijke opvang is vastgelegd in de Welzijnswet 1994 en het is overgenomen in de Wmo2007 en Wmo2015.
Kritiek op beleid
Toch is er na al die jaren nog veel kritiek op de toegankelijkheid en kwaliteit van de maatschappelijke opvang. Er zijn knelpunten in de keten waardoor gemeenten onvoldoende passende ondersteuning bij de soms zeer complexe problematiek van cliënten kunnen bieden. Zo zijn er te weinig beschikbare bedden en betaalbare woonruimtes binnen en buiten de opvangketen. Door de wachttijden schiet in die periode begeleiding en ondersteuning tekort. Daarnaast is de sturingsinformatie waarover gemeenten beschikken van wisselende kwaliteit en wordt nog te weinig integraal naar de hulpvraag van de cliënten gekeken. Nog te vaak staat niet de cliënt, maar het systeem met allerlei regels en criteria centraal.
Samen leren, verbeteren en innoveren
Sommige gemeenten vragen ons daarom om samen te leren, te verbeteren en te innoveren. In het kader van de komende decentralisatie van de Maatschappelijke Opvang (en Beschermd Wonen) en de ambitie om de kwaliteit van de maatschappelijke opvang te verbeteren, organiseerde JSO voor een opdrachtgever in de regio Rijnmond een gesloten mondelinge consultatie. Hierbij hebben we verschillende ervaringsdeskundigen, jong en oud, betrokken. Deze gesprekken hebben waardevolle inzichten opgeleverd over het verblijf in de nachtopvang, uitstroom, zorg, hulp en ondersteuning, preventie, handhaving en samenwerking en de potentie van de inzet van ervaringsdeskundigheid.
Eén-op-één consultatie
We spraken ook met medewerkers van de desbetreffende gemeente en relevante partners op het gebied van opvang, begeleiding, dagbesteding en wonen. Op basis van de één-op-één consultatie hebben we dé belangrijkste elementen en woonvormen rond maatschappelijke opvang in beeld gebracht om zo gezamenlijk nog beter te kunnen bouwen aan een sluitende keten aan de onderkant van de woningmarkt. Positief is dat er in de loop der tijd veel organisch is ontstaan. Toch blijkt er ook nog de nodige onduidelijkheid over de populatie, het actuele en grotendeels schaarse aanbod en de onderlinge samenhang.
Thuisgeven doe je samen
Veel van de geconsulteerde partijen willen een actieve bijdrage leveren aan het verbeteren van de opvang in de desbetreffende gemeente. Het samenbrengen van deze partijen en hun expertise is voor de gemeente van grote waarde. Onder de titel ‘Wij geven thuis. Samen bouwen aan een sluitende keten aan de onderkant van de woningmarkt’, geven wij dit traject een vervolg met een interactieve consultatie waarbij:
- er interactie is tussen de verschillende partijen;
- partijen reflecteren op elkaars antwoorden;
- er meer ruimte ontstaat voor synergie;
- gestuurd wordt op gelijkwaardigheid van de deelnemende organisaties.
Gezamenlijk formuleren we een antwoord op de vraag hoe maatschappelijke opvang het beste georganiseerd kan worden en binnen welke randvoorwaarden. We verkennen tevens eventuele aanvullende woonvormen en diensten voor specifieke doelgroepen.