Bea wordt oorspronkelijk ingehuurd op het onderwerp jeugdparticipatie. ‘Eind september kwam de vraag. Er was grote personele knel. De opdracht was enerzijds orde op zaken stellen en ervoor zorgen dat er samen met partijen in de stad voldoende van de grond kwam. Anderzijds was de vraag om te investeren in het team en een visiekoers te maken rondom jeugdparticipatie. Met name in dat laatste lag voor mij de uitdaging, waarin ik goed mijn expertise en de kennis vanuit JSO kon inbrengen. In de praktijk is het heel anders gegaan’, lacht ze.
December programmering
Want ook in Den Haag begonnen de coronamaatregelen hun tol te eisen. ‘De pandemie had megagrote effecten op jeugdigen’, vertelt Bea. In oktober nam de onrust hierover toe in de gemeentelijk organisatie. Er was angst voor grote gevolgen en onrust onder Haagse jongeren. Hierop is heel gericht geacteerd, onder andere vanuit het sociaal-economisch herstelplan. Dus toen was het in de actie. Het overgrote deel van de tijd ben ik met collega’s van de verschillende gemeentelijke afdelingen en partners in de stad bezig geweest met vraagstukken rondom jongeren en corona. We hebben alternatieven bedacht voor kerst en oud en nieuw. Het was een rollercoaster: van decemberprogrammering naar een programmering voor de avondklok en nu weer de aanpak richting de zomer.’
Neus in de boter
Toch vindt ze het niet jammer dat het zo is gelopen. ‘Het klinkt misschien gek, maar ik ben voor mijn gevoel met mijn neus in de boter gevallen. In die zin, dat wat ik nu doe zo dicht zit bij wat ertoe doet. Het is enorm turbulent, maar ook enorm interessant om zo dicht bij het vuur te zitten bij een grote gemeente rondom zo’n actueel thema. De expertise die ik heb, komt hierbij heel erg van pas.’ Het was wellicht ook een pre dat ze interimmer is, denkt ze. ‘Wat ik terug hoor is dat ik zo to the point ben, doorpak en me niet laat weerhouden door allerlei ambtelijke bureaucratie. In een relatief korte tijd hebben we een mooi programma op poten gezet.’
Haar aanpak sluit aan bij de visie van JSO op interim-opdrachten. ‘We hebben het uitgangspunt dat we niet zomaar een gat vullen in de personele inzet. We willen altijd wat extra toevoegen en vanuit een intrinsieke drive ons inzetten. Het resultaat is bij ons leidend, niet de inzet. Interimwerk plus noemen we het ook wel. Ik ben ook bewust drie dagen voor de gemeente Den Haag beschikbaar. De andere tijd houd ik vrij voor andere opdrachten en werkzaamheden. Het is belangrijk dat je als adviseur een bredere scope hebt dan alleen je interim-opdracht. Zo blijf je fris, kritisch en verwonderend in wat je binnen je opdracht tegenkomt.’
Die eigenschappen kan ze nu opnieuw inzetten bij haar opdracht in Den Haag. ‘Ik merk dat de ergste dynamiek van de corona voorbij is. Het ongewone wordt, hoe bijzonder ook, iets meer gewoon. Daardoor is er nu ruimte voor ander werk en om stap-voor-stap dingen op te pakken. De komende tijd gaan we nu bouwen aan een koers voor jeugdparticipatie. Zo kunnen we dat op een goede manier op de rit gaan zetten en kan ik het met een gerust hart overdragen aan de nieuwe collega op dit onderwerp.’